Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word bestuur
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(schap) | ; management ; | |
🔗 Is het waar dat er moeilijkheden in het bestuur zijn? | ||
(administratie; beheer) | ; management | |
; ; executive | ||
(bewind; heerschappij; regering; besturen) | ; governance ; | |
🔗 Zijn vader had hem vorig jaar naar Schreiborg gestuurd om iets te leren over het bestuur van het hertogdom en de manier van leven aan het hertogelijke hof. | ||
omniregency | ĉioregado | |
(administreren; beheren) | ; | |
(aanvoeren; regeren; runnen; leiden) | ; | |
🔗 De Griekse regering moet volgens de Fransman maar eens leren hoe ze moet besturen. | ||
(beheren) | mastrumi | |
(sturen) | ; ; | |
🔗 Bestuur je zelf het toestel? | ||
(bestuur; bewind; heerschappij; regering) | ; | |
🔗 In 1845 kwam men hier gedeeltelijk op terug omdat het besturen van de eilanden vanuit Suriname niet goed werkte. | ||
(administratief) | ||
(administratief) | ||
🔗 Bestuurlijk is het land opgedeeld in 19 provincies en enkele honderden gemeenten. | ||
civil servant | registara oficisto | |
machine of government | ||
; board table | estrara tablo | |
🔗 Maar zit ge achter de bestuurstafel op het podium, met uw gelaat naar het auditorium gekeerd, dan wordt het een andere zaak. | ||
board meeting ; meeting of the board | ||
🔗 Wat later op die morgen vond er op de Kleine Club een bestuursvergadering plaats. | ||
; council |
Dutch | English |
---|---|
bestuur | administration; administratorship; board; committee; control; council; direction; executive; governance; governing body; government; guidance; management; managership; rule |
dagelijks bestuur | executive committee; mayor and aldermen |
het plaatselijk bestuur | the local authorities |
albestuur | omniregency |
besturen | administer; boss; con; conduct; control; cox; direct; drive; govern; guide; manage; manoeuvre; master; navigate; operate; pilot; pilotage; rule; run; sail; skipper; steer; fly |
bestuurlijk | administrative |
bestuursambtenaar | government official; civil servant |
bestuursfunctie | executive function |
bestuurskamer | boardroom |
bestuurslid | committee member; member of the board |
bestuurstafel | board; platform; board table; committee table |
bestuursvergadering | board meeting; committee meeting; meeting of the board |
dijkbestuur | board of inspection of dikes |
gemeentebestuur | municipal corporation; municipality; corporation |
hoofdbestuur | executive; governing body; managing committee; executive committee; general committee; governing board of directors; central board of directors |
interimbestuur | interim government |
kerkbestuur | presbytery; church government; church council; consistory |
polderbestuur | polder board |
schoolbestuur | governors; board of governors |
staatsbestuur | government of the state |
stadsbestuur | municipality |
volksbestuur | popular government |
wanbestuur | maladministration; misconduct; misgovernment; mismanagement; misrule |