Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word beheer

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(administratie; bestuur);
management
(administreren; besturen);
🔗 Bovendien beheerde mijn man de financiën.
(besturen)
mastrumi
wanbeheer

DutchEnglish
beheer administration; administratorship; control; direction; government; management; managership; stewardship
in eigen beheer under direct management
onder zijn beheer under his management; during his administration
beheren administer; control; manage; superintendent; superintend; conduct
bosbeheer forest administration
staatsbeheer state management
vermogensbeheer asset management
wanbeheer maladministration; malversation; misconduct; mismanagement