English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word it was a near thing

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(at; beside; by; near to; next to; alongside)
🔗 The Ukrainian military says it has inflicted “huge losses” on Russian forces in a successful counterattack near the eastern city of Bachmut on Wednesday.
(close; nearby; handy; local);
(close; nearby; about; nigh);
🔗 “Your sword lives”, said Pandelume, and his voice sounded strangely loud, coming from so near.
(close to; about; close by); ;
🔗 Not only are forces in the region nearing the Russian border, but they are also inching closer to vital Russian supply lines that run from the border down to Russian‐occupied Izjum and into the Donecʹk region.
(article; object; subject); ;
(item; something; stuff; object);
🔗 It was an odd thing Tam had taught him.
(matter);
(matter; case; issue; question)
🔗 Stranger things have happened.

EnglishDutch
it was a near thing dat scheelde maar weinig; dat was kantje boord; dat was op het nippertje; het scheelde geen haar; het scheelde maar een haar; het scheelde maar een haartje; het was op het kantje af; het was op het nippertje
near bij; bijdehands; bijna; dicht bij; dichtbij; dierbaar; gierig; in de buurt; in de nabijheid; na; nabij; naderen; naverwant; omtrent; vasthoudend
thing ding; geval; object; toestand; voorwerp; zaak