English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word indicate

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
indicate
(point out; connote; denote)
; ; ; ; ;
indicate
(show; point out; demonstrate; display; manifest; exhibit)
laten zien
; ; ; ; ; ;
indication
(omen; portent; precursor; presage; augury; sign; harbinger)
indication
(sign; cue)
;
indicative
(indicative mood)
;
(hand);

EnglishDutch
indicate aanduiden; aangeven; aanwijzen; beduiden; indiceren; te kennen geven; wijzen; wijzen op
indication aanduiding; aanwijzing; indicatie; teken; vingerwijzing; voorteken
indicative aantonend; aantonende wijs; indicatief
indicator aangever; indicateur; indicatie; indicator; meter; teller; verklikker