Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word aangever

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(aanreiken; afgeven; overbrengen; overgeven; overreiken; toereiken; doorgeven);
register
enregistrigi
register
enskribigi
(aanduiden; aanwijzen; beduiden; wijzen; wijzen op)
indicate
🔗 Sandy keek in de aangegeven richting.
(aanduiden; kenmerken; merken)
signi
(verklaren);
🔗 U heeft namelijk aangegeven dat u zich toen niet meer beschikbaar stelde.
(aanbrengen; aangifte doen van)
denounce
;
🔗 We moeten de diefstal aangeven.
(verlenen; geven; uitbrengen)

DutchEnglish
aangeverdenunciator; indicator; informer; stooge
aangevenchalk out; declare; declate; denounce; enter; give; give notice of; hand; hand out; indicate; mark; notify; pass; reach; record; register; report to the police; state; set; signpost; report; trace