English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word horse

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(steed)
🔗 And then, finally, horse and rider were gone.
(equine)
paarde‐
;
paarden‐
horse mint
;
work like a horse
(work hard; graft; labour; toil; work like a slave; work like a nigger)
; ; ; ;
horse‐breeder
horse‐breeding
horse‐chestnut
horse‐chestnut
(common horse‐chestnut; conker tree)
witte paardekastanje
horse‐chestnut
(conker)
wilde kastanje
horse‐fly
(gadfly)
;
ĉevalrajdanto
🔗 Abruptly Rand realized what had been odd about the horseman, aside from his being there at all.
horsepower
(HP)
; ;
;
🔗 A spoonful of preserved horseradish is an easy way to add a burst of flavour to all sorts of dishes.
🔗 The armoury was silent except for the forging of shovels and horseshoes.
horsetail
(fleabane; butterweed)
(common chicory; chicory);
wilde cichorei
(Canadian horseweed; Canadian fleabane; coltstail; mare’s‐tail; butterweed)
horsewoman
horsewoman
(lady equestrian)
;
racehorse
(racer)
;
war‐horse
(war veteran)
militveterano

EnglishDutch
horse bok; cavalerie; heroïne; paard; paardenvolk; rek; ruiterij; schraag
a dark horse een onbekend paard; iemand van wie weinig bekend is
after the horse has bolted the stable door is locked als het kalf verdronken is, dempt men de put
after the horse is stolen the stable door is locked als het kalf verdronken is, dempt men de put
a horse of a different colour een heel andere zaak
all lay goods on a willing horse al te goed is buurmans gek
as strong as a horse zo sterk als een beer
back the wrong horse op het verkeerde paard wedden
come off the high horse een toontje lager zingen
from the horse’s mouth uit de eerste hand
get on the high horse een hoge toon aanslaan
grey horse schimmel
hold your horses! kalm een beetje!; rustig aan!
horse about dollen; stoeien
horse around dollen; stoeien
horse mint bosmunt; hertsmunt
horses for courses de juiste man op de juiste plaats
horse show concours hippique; paardententoonstelling
horse thief paardendief
led horse pakpaard
light horse lichte cavalerie
lock the stable door after the horse has bolted de put dempen als het kalf verdronken is
master of the horse opperstalmeester; stalmeester
mount the high horse een hoge toon aanslaan
never look a gift horse in the mouth men moet een gegeven paard niet in de bek kijken
one must not look a gift horse in the mouth men moet een gegeven paard niet in de bek zien
plough horse ploegpaard
put the saddle on the wrong horse de verkeerde de schuld geven
ride one’s horse zijn stokpaardje berijden
ride the high horse een hoge toon aanslaan
riding‐school horse manegepaard
straight from the horse’s mouth uit de eerste hand
strong as a horse oersterk
to horse! opstijgen!; te paard!
white horses witgekuifde golven
wild horses won’t drag him here hij is met geen stok hierheen te krijgen
work like a horse werken als een paard
battle‐horse strijdros
bloodhorse raspaard
clothes‐horse droogrek; rek; stander
cock‐horse schrijlings; stokpaardje
draught‐horse trekpaard
dray‐horse brouwerspaard; sleperspaard
farm‐horse boerenpaard
horse‐blanket paardedeken
horse‐box wagen voor paardenvervoer
horse‐breaker dresseur; pikeur
horse‐breeder paardenfokker
horse‐breeding paardenfokkerij
horsebutcher paardenslager
horsecar paardetram
horse‐chestnut paardekastanje; wilde kastanje; witte paardekastanje
horse‐cloth dek; paardedek; paardedeken
horse‐collar gareel; haam
horse‐coper paardenhandelaar; paardenkoper
horse‐dealer paardenhandelaar
horse‐doctor paardenarts
horse‐dung paardemest
horseflesh paarden; paardevlees
horse‐fly daas; paardehorzel; paardevlieg; regendaas
horsehair paardehaar; paardeharen
horse‐hide paardehuid
horse‐knacker vilder
horse‐laugh ruwe lach
horse‐leather paardeleer
horseleech paardebloedzuiger
horse‐lover paardenliefhebber
horse‐mackerel horsmakreel; marsbanker
horseman paardrijder; rijder; ruiter
horse‐manure paardemest
horsemeat paardevlees
horseplay ruw spel; ruwe grappen
horse‐pond paardenwed; waterplaats
horsepower KP; PK; paardekracht
horse‐race paardenrace
horseradish mierik; mierikswortel; mierikwortel; rettich
horse‐riding paardrijden; paardrijkunst; ruitersport
horse‐rug paardedeken
horse‐sense boerenverstand; gezond verstand
horseshoe hoefijzer
horse‐sickness paardeziekte
horse‐statue ruiterstandbeeld
horse‐stealer paardendief
horsetail paardestaart
horse‐trade paardenhandel
horse‐trading koehandel; paardenhandel
horse‐tramway paardetram
horse‐trappings paardetuig
horseweed Canadese fijnstraal; cikorei; fijnstraal; wegenwachter; wilde cichorei
horsewhip karwats; met een rijzweep slaan; rijzweep
horsewoman amazone; paardrijdster
horsy paardachtig; paarde‐; van paarden houdend
one‐horse armoedig; eenspans‐
packhorse pakezel; pakpaard
parade‐horse paradepaard
racehorse racepaard; renpaard
riding‐horse rijpaard
rocking‐horse hobbelpaard; schommelpaard
towel‐horse handdoekenrek; handdoekenrekje; rek
unhorse van het paard werpen
war‐horse oorlogsveteraan; strijdros; veteraan
wheel‐horse achterpaard; werkpaard