Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word schande

Dutch	English (translated indirectly)	Esperanto
schande (blamage; oneer; smaad)	disgrace ; dishonour ; shame ; ignominy	malhonoro
🔗 Een schande noem ik dat!
in schande (beschaamd)	shamefully	honte
🔗 Moet ik onteerd en in schande sterven?
te schande maken (schandvlekken; onteren; te schand maken)	dishonour ; shame	malhonori
bloedschande (incest)	incest	incesto
schanddaad	meanness ; villainy	malnoblaĵo
🔗 Rhialto’s schanddaden zijn helaas talloos!
schandelijk	shameful	hontinda
schandelijk (oneervol; smadelijk)	shameful ; disgraceful ; dishonourable	malhonora
schandelijk (ergerlijk; scandaleus; schandalig)	offensive	skandala
🔗 Het was een schandelijke geschiedenis.
schandpaal (kaak)	pillory	pilorio
schandvlek	indignity	malhonoraĵo
schandvlekken (te schande maken; onteren; te schand maken)	dishonour	malhonori

Dutch	English
schande	⇆ discredit; ⇆ disgrace; ⇆ dishonour; ⇆ ignominy; ⇆ infamy; ⇆ obloquy; ⇆ opprobium; ⇆ opprobrium; ⇆ reproach; ⇆ scandal; ⇆ shame; ⇆ stain
door schade en schande wordt men wijs	⇆ live and learn
er schande over roepen	⇆ cry shame upon it
met schande overladen	⇆ utterly disgraced
schande aandoen	⇆ dishonour; ⇆ shame; ⇆ bring shame upon; ⇆ disgrace
te schande maken	⇆ discredit; ⇆ disgrace; ⇆ dishonour; ⇆ bring shame upon; ⇆ shame
tot mijn schande	⇆ to my shame
bloedschande	⇆ incest
schanddaad	⇆ infamous deed; ⇆ infamy; ⇆ outrage; ⇆ atrocity
schandelijk	⇆ discreditable; ⇆ disgraceful; ⇆ dishonourable; ⇆ disreputable; ⇆ ignoble; ⇆ ignominious; ⇆ infamous; ⇆ inglorious; ⇆ murky; ⇆ opprobrious; ⇆ opprobriously; ⇆ outrageous; ⇆ outrageously; ⇆ rank; ⇆ reproachful; ⇆ scandalous; ⇆ shabby; ⇆ shameful; ⇆ shockingly; ⇆ sinful; ⇆ shamefully; ⇆ scandalously; ⇆ disgracefully; ⇆ infamously
schandknaap	⇆ catamite; ⇆ Ganymede
schandmerk	⇆ brand; ⇆ mark of infamy; ⇆ stigma
schandpaal	⇆ pillory; ⇆ cucking‐stool
schandvlek	⇆ disgrace; ⇆ stain; ⇆ stigma; ⇆ blemish
schandvlekken	⇆ disgrace; ⇆ dishonour