English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word heal

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(cure; remedy; make well)
sanigi
(recover; get better); ;
🔗 The mayor offered it already, but Nynaeve said the hurt folk would heal better if there weren’t so many of them together.
healing blade
(greater plantain; common plantain; broadleaf plantain)
grote weegbree
heal‐all
(woundwort; hedge‐nettle)
heal‐all
(common self‐heal; heart‐of‐the‐earth; carpenter’s herb; brownwort; blue curls; woundwort)
healing
(medical)
; ;
healing
resaniga
healing
healing
(recovery)
;

EnglishDutch
heal beter worden; dichtgroeien; genezen; gezond maken; helen
healing blade grote weegbree
heal over dichtgaan; toegroeien
heal up dichtgaan; toegroeien
the healing art de geneeskunde
time heals all de tijd is de beste heelmeester
heal‐all andoorn; gewone brunel; panacee; valeriaan
healer genezer; heler
healing geneeskrachtig; genezing; heling
health gezondheid; gezondheidstoestand; heil; heildronk; welzijn