Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word helen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(dichtgaan)
cicatrize
riceli
(beter worden; genezen)
🔗 Haar pols was goed geheeld.
(geheel)
(volkomen; volledig; volslagen; voltallig; vol);
(onbeschadigd)
unbroken
nerompita
(gaaf; intact; onbeschadigd)
intact
(gans; geheel; vol; volkomen; volslagen);
🔗 Ik beefde over mijn hele lichaam.
sanicle
(chirurgie)
surgery
(chirurg)
surgeon
🔗 Zachte heelmeesters maken stinkende wonden.
medical
;
healing
(genezing)
healing

DutchEnglish
helen cicatrize; conceal; cure; heal; receive; receive stolen goods; salve; secrete
helen voor secrete from
heel all; entire; full; hale; intact; jolly; quite; total; very; whole
heelbaar curable
heelkunde surgery
heelmeester surgeon
heelmiddel vulnerary
helend vulnerary
heling cicatrization; healing; receiving; receiving of stolen goods
oorheelkunde otology