Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word onrijp

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(onvoldragen)
unripe
; ;
immature
nematura
🔗 Hij wierp de onrijpe vruchten weg en begon met een vastberaden uitdrukking op het gelaat te lopen.
(belegen);
🔗 Het zaad is na twee jaar rijp.
(rijm)
hoar‐frost
;
rime
🔗 Arflane was een lange, zwarre man met een volle, rode baard die nu fonkelde van de rijp.

DutchEnglish
onrijp crude; green; immature; unripe
onrijpheid crudeness; crudity; immatureness; immaturity; unripeness
rijp hoar; hoar‐frost; mature; matured; mellow; mellowy; nubile; ripe; rime; frost; white frost