English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word fairground

English	Dutch (translated indirectly)	Esperanto
fair (bazaar; market)	bazaar ; markt ; marktplaats	bazaro
fair (blond; fair‐haired)	blond	blonda
fair (market; festival; trade fair)	jaarbeurs	foiro
fair (just; righteous; equitable; legitmate)	billijk ; fideel	justa
🔗 I don’t think that’s fair, do you?
fair (kermis; village fair)	kermis	kermeso
fair (tidy)	aardig	sufiĉe granda
fair (beautiful; fine; handsome; lovely; pretty; becoming; comely)	fraai ; mooi	bela
fair (neat; clear‐cut; spruce)	duidelijk ; net	neta
fair (rational; reasonable)	redelijk	racia
🔗 It’s fair to say Xí would prefer the war to end without a Russian defeat.
ground (bottom; foundation; bed)	bodem ; ondergrond ; grond	fundo
ground (soil; earth)	bodem ; grond ; ondergrond	grundo
🔗 The nest of this species is on the ground.
ground (earth)	aarden	terkonekti
ground (earth; land)	bodem ; grond	tero
🔗 He leads an army so massive it shakes the ground with its march, so vast it drinks the rivers dry.
ground	aardoppervlak	tersurfaco
ground (reason; account; motive)	grond ; reden	kialo
ground (motive; motif; motivation; theme; angle)	beweegreden	motivo
ground (base; basis; footing; platform; stem)	grondslag ; grondvlak	bazo
ground (run aground; run ashore; strand; grind to a halt)	aan de grond lopen ; stranden	ekgrundi
🔗 The lucky half fled back downwind to Bulmer Skeme and grounded on the beach.
ground (grounds; terrain; lot)	terrein	tereno
🔗 Experts say armed groups have gained more ground in Mali and Burkina Faso despite the coups there and predict a similar trajectory for Niger if the régime remains in place.

English	Dutch
fair	⇆ aardig; ⇆ behoorlijk; ⇆ billijk; ⇆ blank; ⇆ blond; ⇆ eerlijk; ⇆ ernstig; ⇆ fideel; ⇆ foor; ⇆ fraai; ⇆ geoorloofd; ⇆ gunstig; ⇆ jaarbeurs; ⇆ jaarmarkt; ⇆ kermis; ⇆ licht; ⇆ lichtblond; ⇆ mooi; ⇆ ordentelijk; ⇆ rechtvaardig; ⇆ redelijk; ⇆ salon; ⇆ schappelijk; ⇆ schikkelijk; ⇆ schoon; ⇆ schoonheid; ⇆ stroomlijnen; ⇆ tamelijk; ⇆ vrij aanzienlijk
ground	⇆ aan de grond lopen; ⇆ aan de grond raken; ⇆ aarde; ⇆ aarden; ⇆ achtergrond; ⇆ baseren; ⇆ beweeggrond; ⇆ beweegreden; ⇆ bodem; ⇆ de beginselen onderwijzen; ⇆ grond; ⇆ gronden; ⇆ grondkleur; ⇆ grondverven; ⇆ grondvesten; ⇆ onderbouwen; ⇆ ondergrond; ⇆ op de grond houden; ⇆ op strand zetten; ⇆ reden; ⇆ stranden; ⇆ terrein

English

Dutch

fair

⇆ aardig; ⇆ behoorlijk; ⇆ billijk; ⇆ blank; ⇆ blond; ⇆ eerlijk; ⇆ ernstig; ⇆ fideel; ⇆ foor; ⇆ fraai; ⇆ geoorloofd; ⇆ gunstig; ⇆ jaarbeurs; ⇆ jaarmarkt; ⇆ kermis; ⇆ licht; ⇆ lichtblond; ⇆ mooi; ⇆ ordentelijk; ⇆ rechtvaardig; ⇆ redelijk; ⇆ salon; ⇆ schappelijk; ⇆ schikkelijk; ⇆ schoon; ⇆ schoonheid; ⇆ stroomlijnen; ⇆ tamelijk; ⇆ vrij aanzienlijk

ground

⇆ aan de grond lopen; ⇆ aan de grond raken; ⇆ aarde; ⇆ aarden; ⇆ achtergrond; ⇆ baseren; ⇆ beweeggrond; ⇆ beweegreden; ⇆ bodem; ⇆ de beginselen onderwijzen; ⇆ grond; ⇆ gronden; ⇆ grondkleur; ⇆ grondverven; ⇆ grondvesten; ⇆ onderbouwen; ⇆ ondergrond; ⇆ op de grond houden; ⇆ op strand zetten; ⇆ reden; ⇆ stranden; ⇆ terrein

The word fairground could not be translated into the selected target language by us.