Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word gunstig

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
; ;
favourable
🔗 En dat is heel gunstig voor ons plan.
(begunstigen; bevoordelen; voortrekken)
🔗 Zelfs als de wind ons gunstig gezind is, kost het ons een paar dagen om er te komen.
;
unfavourable
malfavore
🔗 Het gesprek van heer Ollie met voorzitter Fanth was niet ongunstig verlopen, en hij liet opgelucht zijn gast uit.
(nadelig)
🔗 In Scharrode zal de toestand eerder ongunstiger dan gunstiger zijn.

DutchEnglish
gunstig advantageous; auspicious; auspiciously; benignant; fair; favourable; favourably; graciously; inclinable; prepossessing; propitious; prosperous; providential; subservient; to advantage; toward
gunstig bekend enjoying a good reputation
gunstig gezind zijn be in favour of; favour; look with favour on
gunstig voor subservient to
het geluk was ons gunstig fortune favoured us; fate favoured us
op het gunstigste moment at the flood
ongunstig adverse; damagging; inauspicious; malign; unfavourable; unprepossessing; unfavourably; adversely