English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word crowd

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(heap; mass; multitude; pile; accumulation; body; bevy); ; ; ; ;
🔗 As the morning dragged on the crowd became restless.
(mass; multitude; host; throng); ;
(accumulate; gather; mass; pile up)
crowded
(populous)

EnglishDutch
crowd bende; crowd on; dringen; drom; drommen; duwen; figuratie; gedrang; gezelschap; hoop; lui; massa; menigte; mensenmassa; meute; opeendringen; opeenpakken; oploop; pakken; schare; stel; troep; volksmenigte; volpropppen; volte; vullen; zich samenpakken; zich verdringen; zich verdringen in; zich verdringen op; zich verzamelen
a poor crowd een slechte opkomst
crowd about zich samenpakken om; zich verdringen om; zich verzamelen om
crowd in on zwaar onder druk zetten
crowd out uitdringen; verdringen
crowd round zich verdringen om
crowd sail alle zeilen bijzetten
crowd together opeendringen; zich opeenhopen
crowd with volstopppen met
follow the crowd in de pas lopen; zich conformeren
go with the crowd in de pas lopen; zich conformeren
in crowds bij de vleet; bij hopen
melt into the crowd in de massa opgaan
move with the crowd in de pas lopen; zich conformeren
the whole crowd de hele troep
crowded afgeladen; druk; overvol; stampvol; vol
overcrowding overbevolking
street‐crowd volksoploop