English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word confined

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
confined
(limited; restricted; finite)
limigita
confine
(limit; restrict; constrain; constrict; curtail; stint; abridge)
;
confine
(limit; restrict)
restrikti
confine
(put away; stow; enclose)
;
confine
(cage; encage)
unconfined
(boundless; infinite; limitless; unlimited)
senlima

EnglishDutch
confined bekrompen; beperkt
be confined bevallen; in de kraam zijn; in het kraambed liggen
be confined for room klein behuisd zijn
be confined to one’s room kamerarrest hebben
confine begrenzen; bepalen; beperken; grens; in arrest stellen; insluiten; kant; opsluiten; uiterste
unconfined onbegrensd; vrij rondlopend