English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word chime together
English | Dutch (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(jingle; tinkle; clank; clink) | ; ; ; ; | |
(jointly) | ; ; ; ; ; | |
🔗 Did you think a few hours ago that you would ever be together again? |
English | Dutch |
---|---|
chime together | ⇆ samenklinken; ⇆ samenstemmen |
chime | ⇆ beieren; ⇆ deun; ⇆ gelui; ⇆ harmonie; ⇆ harmoniëren; ⇆ kim; ⇆ klinken; ⇆ klokgelui; ⇆ klokkenspel; ⇆ luiden; ⇆ samenklinken |
together | ⇆ aan elkaar; ⇆ aaneen; ⇆ achtereen; ⇆ bij elkaar; ⇆ bijeen; ⇆ gelijk; ⇆ gemeenschappelijk; ⇆ gezamenlijk; ⇆ met elkaar; ⇆ onderling; ⇆ opeen; ⇆ saam; ⇆ samen; ⇆ tegelijk; ⇆ tegen elkaar; ⇆ tezamen |