Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word tezamen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(samen)
jointly
;
🔗 Ze hadden tezamen namelijk slechts één arm, één oog, één oor en één been.
(aaneen; bijeen; samen; bij elkaar; saam; gezamenlijk)
🔗 Alle takken tezamen noemt men wel de kroon.

DutchEnglish
tezamen together