English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word carrier bag
English | Dutch (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
carrier bag | portsako | |
(sack; sac; pouch) | ; | |
(bale; package) | ; | |
(catch; grapple; captivate; grab; seize; trap; apprehend; grasp; snare) | ||
(prey; capture; quarry) | ||
carrier (transporter) | vervoerder ; | |
carrier (bringer) | ; | |
carrier | ; uitdeler | |
carrier (vehicle; vector) | ||
carrier (germ‐carrier) | ||
carrier (luggage carrier) |
English | Dutch |
---|---|
carrier bag | ⇆ draagtas |
bag | ⇆ baal; ⇆ buidel; ⇆ builtje; ⇆ buitmaken; ⇆ colli; ⇆ collo; ⇆ flodderen; ⇆ geschoten wild; ⇆ hoog van de toren blazen; ⇆ in zakken doen; ⇆ in zijn zak steken; ⇆ koffer; ⇆ opzakken; ⇆ pak; ⇆ pikken; ⇆ schieten; ⇆ slobberen; ⇆ slodderen; ⇆ tableau; ⇆ tas; ⇆ uier; ⇆ uitweiden; ⇆ vangen; ⇆ vangst; ⇆ weitas; ⇆ weten de bemachtigen; ⇆ zak; ⇆ zakken; ⇆ zakkerig zitten; ⇆ zwellen |
carrier | ⇆ bacillendrager; ⇆ bagagedrager; ⇆ besteller; ⇆ bode; ⇆ drager; ⇆ mitrailleurswagen; ⇆ overbrenger; ⇆ postduif; ⇆ vervoerder; ⇆ virusdrager; ⇆ vliegdekschip; ⇆ vliegtuigmoederschip; ⇆ voerman; ⇆ vrachtrijder; ⇆ vrachtvaarder |