Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word zich iets als een eer aanrekenen
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
🔗 Misschien zou God hem dat als een verdienste aanrekenen. | ||
(toerekenen; toeschrijven) | attribute ; | |
🔗 Zij rekenden hem immers persoonlijk de financiële problemen aan waarin Italië verkeert. | ||
(ere) | ||
🔗 Dit gaat niet om geld maar om de eer! | ||
(aleer; alvorens; voor; vooraleer; voordat) | ||
🔗 Hoelang zal het duren eer ze hier zijn? | ||
(liever) | preferably | |
(liefst; liever; veeleer) | ||
(ere) | ||
🔗 Het is mij een eer u te ontmoeten. |
Dutch | English |
---|---|
zich iets als een eer aanrekenen | ⇆ take credit to oneself for something |
aanrekenen | ⇆ attribute; ⇆ count; ⇆ credit |
eer | ⇆ afore; ⇆ before; ⇆ credit; ⇆ ere; ⇆ glory; ⇆ honour; ⇆ honours; ⇆ kudos; ⇆ rather; ⇆ sooner |