Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word zeekant

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(boord); ; ;
🔗 Hij sprong op de kant, baggerde enkele meters door de modder, keek weer en kwam toen terug.
(marge; rand)
lace
🔗 Sneeuwwit kant omhulde zijn smalle polsen.
(leiding; richting)
direction
;
🔗 Welke kant ging hij op?
(zijde)
🔗 Volgens John Kirby, woordvoerder van het Witte Huis, dreigt Avdijivka in handen te vallen van de Russen vanwege munitietekorten aan Oekraïense kant.
🔗 Men voer ook niet ver de zee op.
billow
🔗 Door de overkomende zeeën is men in een ommezien tot op de huid toe nat.
🔗 De diepe wateren herbergen vele dingen, en zeeën en landen kunnen veranderen.

DutchEnglish
zeekant seafront; seaside
kant angle; aspect; border; brim; brink; confine; edge; end; face; hem; lace; marge; margin; part; side; rim; way; direction; neat
zee billow; deep; sea