Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word wissel

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
bill of exchange
;
🔗 Als hij met de wissels voor de dag komt, zal ik ervoor zorgen dat Harry de handtekening als de zijne erkent.
money order
;
postal order
(inruilen; inwisselen; ruilen; uitwisselen; verruilen; verwisselen)
interchange
; ;
🔗 Ik heb een paar woorden met uw meester gewisseld, dat is waar.
(veranderen)

DutchEnglish
wissel bankbill; bill; bill of exchange; draught; points; railroad switch; railway switch; switch
een wissel afgeven op draw on; draw a bill on
een wissel trekken draw a bill
een wissel trekken op draw a bill on
wissel op kortzicht short bill; short‐dated bill
postwissel money order; post‐office order; postal order
rangeerwissel shunting switch
retourwissel redraught
wisselen bandy; cash; change; exchange; interchange; reciprocate; shed; shift; toggle