Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word wiens brood men eet, diens woord men spreekt
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(mik) | ||
🔗 Ik heb alleen brood en kwark gehad. | ||
🔗 Toen ik wakker werd en mijn armen uitstrekte, vond ik een brood en een kruik water naast mij. | ||
🔗 Elk woord is hier te veel. | ||
🔗 Je hebt het woord „moordenaar” gebruikt. | ||
🔗 Het woord is aan de markies de Cantecler. | ||
🔗 En u moet nu maar erg op uw woorden passen! | ||
🔗 De drager van deze ring moet zich altijd aan zijn woord houden, zie je? | ||
Dutch | English |
---|---|
wiens brood men eet, diens woord men spreekt | ⇆ it is bad policy to quarrel with one’s bread and butter |
brood | ⇆ bread; ⇆ brick; ⇆ livelihood; ⇆ loaf |
woord | ⇆ parole; ⇆ word; ⇆ vocable |