Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word waarmerken
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
initial | parafi | |
authenticate | ||
(tekenen; markeren) | marki | |
(bemerken; gewaarworden; waarnemen) | ; ; | |
🔗 Ze merkte dat haar rug pijn deed. | ||
(bemerken; opmerken) | ||
🔗 Dan kan je langs hem gaan zonder gemerkt te worden. | ||
(aanduiden; aangeven; kenmerken) | signi | |
🔗 Maar weet je waar hij is? | ||
commodity ; ware | ||
(eigenlijk; heus; waarachtig) | ; | |
🔗 Dat kan toch niet waar zijn! | ||
🔗 En waar is je baas? | ||
(alwaar) | ||
🔗 Hij weet wel waar. | ||
(waarheen) | ||
🔗 En bovendien gaat een heer waar hij wil! | ||
(waarheen) |
Dutch | English |
---|---|
waarmerken | ⇆ attest; ⇆ authenticate; ⇆ certify; ⇆ hallmark; ⇆ stamp; ⇆ validate; ⇆ verify |
gewaarmerkt afschrift | ⇆ exemplification; ⇆ certified copy |
merken | ⇆ badge; ⇆ be aware of; ⇆ blaze; ⇆ brand; ⇆ earmark; ⇆ find; ⇆ know; ⇆ mark; ⇆ notice; ⇆ perceive; ⇆ sense |
waar | ⇆ anyplace; ⇆ anywhere; ⇆ commodity; ⇆ real; ⇆ true; ⇆ right; ⇆ truthful; ⇆ veracious; ⇆ veritable; ⇆ very; ⇆ ware; ⇆ where; ⇆ whereabouts; ⇆ whither; ⇆ truly; ⇆ wares; ⇆ stuff; ⇆ as; ⇆ since |
waarmerk | ⇆ hallmark; ⇆ stamp |
waarmerking | ⇆ authentication; ⇆ stamping |