Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word vuurtoren

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
lighthouse
🔗 Seguilo was niet in de vuurtoren en ook niet buiten.
🔗 In het westen, in zijn toren, wachtte Volkhavaar.
;
🔗 Omdat er geen torens meer op het bord stonden, was dat verantwoord.
🔗 De drie reizigers gingen bij het vuur zitten.
(gloed)
glow
; ;
🔗 „Ketterij”, zei Traz Onmale, maar zonder veel vuur.
🔗 Van vuur zijn ze niet bang.
(ambitie; ijver);
(vlam)
(heftigheid; onstuimigheid)
impetus
; ; ;
(gloed; pit; pittigheid; verve)
verve
; ;
🔗 In het vuur van hun gesprek hadden de beide heren niet op de omgeving gelet, en daardoor was het hun ontgaan dat er door het luchtruim een ballon naderde.

DutchEnglish
vuurtoren lighthouse; pharos
toren rook; tower; steeple; turret; castle
vuur ardency; ardour; bonfire; dry‐rot; eagerness; fervency; fire; flame; glow; heat; ingle; mettle; élan; verve; zeal; spirit; rot; vim
vuurtorenwachter lighthouse keeper