Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word vooruitzien

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(voorzien)
(naar voren; voorover; voort; voorwaarts); ; ;
onward
🔗 Langzaam kropen wij vooruit.
away we go
;
let’s start
;
let’s go
;
ek
(van tevoren)
beforehand
🔗 Zoiets kon je nooit vooruit zeggen.
; ;
🔗 Waarschijnlijk zag men hem als een man aan wie men niet zonder gevaar scherpe voorwerpen kon toevertrouwen.
🔗 Het was of wij ziende blind waren.
; ; ; ; ; ;
assay
;
🔗 En toen moesten we een hotel zien te vinden.
(gezicht)
🔗 Bij het zien van de druïde veranderde zijn gelaatsuitdrukking.
🔗 Als hij me wil zien, kan hij hier naar de herberg komen.
(kijken);
🔗 Toen Shaina, die zich had omgedraaid om hen na te kijken weer naar beneden keek, zag ze op een open plek tussen de dennen die haar om de een of andere reden daarvoor niet was opgevallen.
(eruitzien; ogen; vóórkomen)
🔗 ’s Konings wangen zagen purper.
🔗 Ik zag je naderen.
🔗 Zie je die man daar?

DutchEnglish
vooruitzien foresee; look ahead; prevision
vooruit ahead; before; beforehand; fore; forward; forwards; in advance; in advance of; in anticipation; onward; onwards; up‐front
vooruitziend far‐seeing; far‐sighted; long‐sighted; prospective; provident
zien behold; know; look; see; vision; seeing; tell