Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word vervalsen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(falsificeren)
falsify
; ; ;
counterfeit
;
🔗 Nou, zij moet dat testament vervalst hebben.
(vervalsing)
forgery
🔗 Het is iemand die bedreven was in het vervalsen en die in dit dorp woonde.
(bedrieglijk; dubbelhartig; loos; onwaar); ; ; ;
🔗 Jij denkt dat die bekentenis vals is?
(onécht)
(boosaardig; kwaadaardig; snood)
(onwaar)
mendacious
(falsificatie; vervalsen)
forgery
🔗 Hij had zich schuldig gemaakt aan vervalsing, nietwaar?
(falsificatie);
forgery
🔗 Het is een vervalsing.
falsification
🔗 Maar zoals ik al zei, de advocaten hadden de vervalsing al gauw door.

DutchEnglish
vervalsen adulterate; cook; corrupt; counterfeit; debase; doctor; fake; fake up; falsify; fiddle; forge; fudge; wangle
vals snaky; bad; base; bent; bogus; brum; brummagem; counterfeit; double‐hearted; dud; erroneous; erroneously; fake; fallacious; false; false‐hearted; fictional; fictitious; foul; guileful; hollow; inharmonious; mean; off key; off‐key; perfidious; phoney; pseudo; vicious; spurious; serpentine; sham; supposititious; out of tune; viperish; forged; treacherous; falsely; viciously
vervalser cooker; falsifier; forger; adulterator; faker
vervalsing adulteration; corruption; fake; falsification; forgery