Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word verschonen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(excuseren; verontschuldigen)
🔗 Ik hoop dat u mij wilt verschonen.
(fraai; knap; mooi; net); ; ;
fair
🔗 Het was een schone voorjaarsdag.
(mooi; net; fraai);
🔗 Wanneer een land zo schoon bezongen wordt, moet het wel prachtig zijn.
🔗 En ik bad nog voor iets anders: een schoon huis.
verschoning
(excuus; verontschuldiging)
excuse

DutchEnglish
verschonen blanch over; change; excuse; put clean sheets on
van iets verschoond blijven be spared something
verschonen van spare
zich verschonen change one’s linen; shift; change one’s clothes; excuse oneself
schoon although; beauteous; beautiful; beautifully; clean; cleanly; fair; fine; neat; pure; handsome; though
verschoning apology; excuse; whitewash; clean clothes; change of clothes
verschoonbaar excusable