Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word valutahandel

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(affaire; koopmanschap; negotie; nering);
commerce
;
trade
🔗 Misschien dat ik een kleine handel opzet in noten en wilde honing.
(handeldrijven)
trading
🔗 ’t Gaat al aardig met de handel, waar?
(muntsoort; munt);
valuta
🔗 De koersval van de Turkse munt sleept ook andere valuta’s mee omlaag.

DutchEnglish
valutahandel exchange dealings
handel business; commerce; trade; trading; traffic
valuta currency; exchange; valuta; value; rate of exchange