Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word tweeledig

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
tweeledig
(dubbel; tweevoudig)
;
dual
(lidmaat)
🔗 Wie was het derde lid van je groep?
(genoot);
🔗 Turkije heeft Israël eerder gewaarschuwd voor „ernstige gevolgen” als het land probeert leden van Ḥamās op te sporen die in Turkije wonen.
(term)
🔗 Ook komt het voor dat we beide leden trachten te herleiden tot dezelfde eenvoudiger vorm.
(lidmaat)
🔗 Het water is diep, en donker en koud, en nu al amuseren onbekende creaturen zich met mijn lid.
🔗 Twee volle uren hielden zij vol.

DutchEnglish
tweeledig binary; binomial; double; dual; twofold
lid fellow; lid; limb; member; phalanx; paragraph; term; joint; degree; generation; penis
twee deuce; two; twain