Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word toonbeeld
| Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
|---|---|---|
| (voorbeeld) | ||
🔗 Ze was het toonbeeld van de beschaving. | ||
| (beeldspraak; metafoor) | ||
| ; ; portrait | ||
| (standbeeld) | ||
🔗 Met de revolver in zijn hand sloop Bob tussen de zuilen en beelden door. | ||
| (afbeelding) | ||
🔗 CNN heeft de beelden geverifieerd en de slachtoffers geïdentificeerd. | ||
🔗 De beelden die hierdoor voor mijn geestesoog worden opgeroepen, zijn bepaald verwerpelijk! | ||
| (laten zien; óverleggen; tentoonspreiden; uitwijzen; vertonen) | ; ; | |
🔗 Rijkdom voelt men pas wanneer men die tonen kan. | ||
| (laten zien) | vidigi | |
| (betonen; aan de dag leggen) | ||
🔗 Dan kan hij tonen wat hij waard is! | ||
| Dutch | English |
|---|---|
| toonbeeld | ⇆ example; ⇆ image; ⇆ mirror; ⇆ model; ⇆ paragon; ⇆ pattern; ⇆ picture; ⇆ type |
| een toonbeeld van | ⇆ the very picture of |
| beeld | ⇆ effigy; ⇆ face; ⇆ figure; ⇆ frame; ⇆ image; ⇆ imagery; ⇆ picture; ⇆ statue; ⇆ scene; ⇆ reflection; ⇆ portrait; ⇆ symbol; ⇆ metaphor; ⇆ figure of speech; ⇆ beauty; ⇆ beaut |
| tonen | ⇆ discover; ⇆ display; ⇆ evidence; ⇆ evince; ⇆ exhibit; ⇆ expose; ⇆ produce; ⇆ register; ⇆ reveal; ⇆ show; ⇆ showing |