Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word smokkelhandel

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(affaire; koopmanschap; negotie; nering);
commerce
;
trade
🔗 Misschien dat ik een kleine handel opzet in noten en wilde honing.
(handeldrijven)
trading
🔗 ’t Gaat al aardig met de handel, waar?
(sluikhandel)
smuggling
🔗 Wij hadden geen verdenkingen tegen Ritzy, hoewel wij sinds zijn verdwijning gehoord hebben dat hij vroeger eens met zijn eigen boot smokkel heeft bedreven in de Middellandse Zee.
(sluiken)
smuggle
🔗 Diamanten zijn klein en kunnen gemakkelijk van het ene land naar het andere worden gesmokkeld, veel beter dan contant geld, dat kunt u zich wel voorstellen.
(beetnemen)
trompeti

DutchEnglish
smokkelhandel contraband trade; smuggling
handel business; commerce; trade; trading; traffic
smokkelen smuggle; bootleg; run; running; cheat