Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word reinigen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(louteren; zuiveren); ;
purge
;
(louter; proper; puur; zindelijk)
🔗 Naast het bed stond een open provisiekast gevuld met kazen, vlees, pasteiem en exotisch fruit en helder, rein water in hoge flessen.
(blank; vlekkeloos)
immaculate
;
pristine
;
spotless
;
undefiled
;
untainted
senmakula
(eerbaar; kuis);
(zuiver)
🔗 Als iemand zich tot de Scheidsrechter wendde om recht, deed hij er goed aan met een rein geweten voor hem te verschijnen.
(zuiverend)
abluent
;
abstergent
puriga
(loutering; schoonmaak; schoonmaakbeurt; zuivering; schoonmaken)
abstersion
(loutering; zuivering)
cleaning
;
purification
;
abstersion
(bevlekken; bevuilen; bezoedelen)
pollute
malpurigi
🔗 Het bassin is verontreinigd en moet gezuiverd worden.
(vervuilen)
contaminate
kontamini

DutchEnglish
reinigen clean; cleanse; purge; purify; scour
rein blank; chaste; clean; pure; virgin; virginal; sheer; white; purely; cleanly; chastely
reinigend abluent; purificatory; abstergent
reiniger cleaner; purger; purifier; abstergent
reiniging ablution; abstersion; cleaning; purification; cleansing
verontreinigen defile; foul; pollute; vitiate