Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word potplant

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
🔗 Hij rukte een van de planten uit de grond en hield die omhoog.
(gewas)
; ; ;
mug
;
jar
🔗 De zaailingen moeten in potten overwinteren.
(bajes; cachot; gevang; gevangenis; nor; lik; bak);
🔗 Hij kan geen geld in ontvangst nemen zolang hij in de pot zit.

DutchEnglish
potplant pot plant; potted plant
plant plant; vegetable
pot bowl; butch; crock; dike; jackpot; jar; kitty; mug; pool; pot; stakes; well; chamber; chamber pot; pan; calaboose; can; skookum house; slammer; clink; jug; lock‐up; nick; quod