Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word pakhuis

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
warehouse
🔗 En er waren geen pakhuizen, en er was ook geen markt.
(graanschuur)
granary
🔗 Zeker 40.000 huizen in de hoofdstad Manilla zijn verwoest.
🔗 Er moet hier in huis veel veranderen.
(beetpakken);
grasp
ekteni
🔗 Hij probeerde het te pakken.
(beetkrijgen; opvangen; vangen; vastpakken; vatten); ;
grasp
(emballeren; inpakken; verpakken)
(aanvatten; nemen; vatten)
lay hold of
; ;
🔗 Pak een van die speren en volg me!
(vangen; betrappen);
🔗 Als we gepakt worden, wat kunnen we dan verwachten?

DutchEnglish
pakhuis packing‐house; pantechnicon; storehouse; warehouse
als een kat in een vreemd pakhuis like a fish out of water
graanpakhuis granary
huis establishment; home; house; housing; place; premises; residence; tenement
kaaspakhuis cheese‐warehouse
pakhuisknecht warehouseman
pakken snatch; bale; bite; capture; catch; catch hold of; crowd; get hold of; grab hold of; grip; lay hold of; pack; pinch; seize hold of; take hold of; squeeze; seize; stow; take; take on; tell; clutch; grasp; hug; cuddle; fetch; get; ball; bind; pack up; catch on