Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word ongerust

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(bang; onrustig; bezorgd);
troubled
;
🔗 En reeds begon hij zich ernstig ongerust te maken, toen hij op een nacht wakker schrok van een zacht klopje.
(bezorgd); ; ;
turbulently
🔗 De barbaar keek ongerust om zich heen.
(bekommerd; bezorgd; zorgelijk)
(bekommerd; bezorgd; zorgelijk)
; ;
disturb
;
perturb
;
ruffle
; ; ;
upset
;
🔗 Tom Poes was intussen naar het laboratorium van professor Prlwytzkofsky gegaan, want het verhaal van heer Bommel had hem ongerust gemaakt.
calm down
;
trankviliĝi
🔗 Maak je niet ongerust!
(bezorgdheid);
disquiet
;
unease
;
🔗 Zijn ongerustheid viel te begrijpen.

DutchEnglish
ongerust anxious; troubled; uneasy
ongerust maken fret
ongerust over anxious about; uneasy about; uneasy as to; uneasy over
ongerust zijn be worried; worry
ongerust zijn over be worried about; worry about
zich ongerust maken alarm oneself; bother; concern oneself; be worried; worry
zich ongerust maken om bother about
zich ongerust maken over be preoccupied with; concern oneself about; concern oneself for; concern oneself with; be worried about; worry about; be uneasy about; become anxious about
doodongerust worried sick
ongerustheid alarm; anxiety; disquiet; disquietude; fret; inquietude; worry; uneasiness; unease