Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word mislukken

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(bakken; falen; stranden; zakken);
🔗 De arme kerels geven mij de schuld van het feit dat de zaak mislukt is.
(achteruitgaan)
malprosperi
come to nothing
neefektiviĝi
(aborteren; een miskraam krijgen; ontijdig bevallen);
(slagen)
succeed
🔗 Bedoelt u dat de operatie niet zal lukken?
(echec; fiasco)
🔗 Het eerste deel van haar ontdekkingstocht liep uit op een mislukking.
failed
fiaska

DutchEnglish
mislukken abort; backfire; break down; collapse; come apart at the seams; come to grief; come to naught; come to nothing; come to pieces; fail; fall down; fall flat; fall through; fall to pieces; founder; go off at half cock; miscarry
lukken come off; succeed
mislukkeling wastrel; clinker; failure; no‐hopper; social misfit; turkey
mislukking abortion; breakdown; collapse; failure; frustration; miscarriage; wash‐out
mislukt abortive; manqué; unsuccessful