Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word matigen

Dutch	English (translated indirectly)	Esperanto
matigen (temperen)	moderate	moderigi
zich aanmatigen	presume ; arrogate	arogi
gematigd	temperate	mezvarma
gematigd	modestly	modere
gematigd (matig; sober)	moderate	modera
matig (bescheiden; gematigd; sober; redelijk)	moderate ; reasonable	modera
🔗 Wij aten er goed voor de matige prijs van vier mark per persoon.
matig (bezadigd; nuchter; sober; stemmig)	sober ; temperate ; abstentious	sobra
matig	moderately	sobre

Dutch	English
matigen	⇆ allay; ⇆ mitigate; ⇆ moderate; ⇆ modify; ⇆ qualify; ⇆ soften; ⇆ soften down; ⇆ soft‐pedal; ⇆ temper
zich aanmatigen	⇆ arrogate; ⇆ arrogate to oneself; ⇆ assume; ⇆ presume; ⇆ usurp
zich wat matigen	⇆ restrain oneself; ⇆ keep one’s temper a bit
gematigd	⇆ low‐key; ⇆ measured; ⇆ middle‐of‐the‐road; ⇆ moderate; ⇆ restrained; ⇆ temperate; ⇆ wet
matig	⇆ abstemious; ⇆ abstinent; ⇆ conservative; ⇆ indifferent; ⇆ indifferently; ⇆ mild; ⇆ moderate; ⇆ reasonable; ⇆ sober; ⇆ sparing; ⇆ temperate; ⇆ abstentious; ⇆ frugal; ⇆ moderately; ⇆ average; ⇆ mediocre; ⇆ so so; ⇆ soberly; ⇆ frugally; ⇆ reasonably; ⇆ conservatively
matiging	⇆ mitigation; ⇆ moderation; ⇆ modification