Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word kruissteek
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
loin | ||
🔗 Daar stond hij nu, midden in Gent, met enkel een bierviltje voor zijn kruis. | ||
🔗 Persbureau AFP meldt dat de kruisen van de kerken worden gesloopt, en christelijke manuscripten worden verbrand. | ||
🔗 Als die gieren er niet waren, zou een krachtig lichaam als dat van u dagenlang aan het kruis in leven kunnen blijven. | ||
(maas) | ||
(prik; stoot) | ; sting ; ; | |
🔗 De moordenaar is er terecht van uitgegaan dat twee steken meer dan voldoende waren. |
Dutch | English |
---|---|
kruissteek | ⇆ cross‐stitch |
kruis | ⇆ rood; ⇆ cross; ⇆ crotch; ⇆ croup; ⇆ crown; ⇆ crupper; ⇆ crux; ⇆ pain; ⇆ seat; ⇆ sharp; ⇆ slack; ⇆ small of the back |
steek | ⇆ bed‐pan; ⇆ cocked hat; ⇆ dab; ⇆ dig; ⇆ hit; ⇆ hitch; ⇆ jab; ⇆ nip; ⇆ pang; ⇆ pitch; ⇆ prick; ⇆ pricking; ⇆ spit; ⇆ stab; ⇆ sting; ⇆ stitch; ⇆ twinge; ⇆ thrust; ⇆ three‐cornered hat |