Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word kruisen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
kruci
🔗 Halverwege wordt de straat gekruist door het Spui.
check off
;
mark with a cross
;
put a cross against
;
tick off
krucmarki
(aanstrepen)
check off
;
tick off
strekmarki
pass through
🔗 Het is mijn ontwerp voor een machine om de tijd mee te doorkruisen.
(aflopen)
go through
;
pass through
;
🔗 Wij zullen alle omliggende landen moeten doorkruisen voordat de volgende stap wordt gedaan.
(bemoeilijken)
thwart
🔗 Dat zou ons onderzoek weleens kunnen doorkruisen.
loin
crossbred
;
🔗 Normaal zijn kruisingen tussen ezel en paard onvruchtbaar, maar er zijn uitzonderingen.
(kruispunt; wegkruising); ;
junction
🔗 Wordt u hier gewaarschuwd voor een gevaarlijke kruising?
hybridization

DutchEnglish
kruisen cross; crucify; cruise; grade; interbreed; intersect; traverse
de degens kruisen cross swords
de degens kruisen met cross swords with
aankruisen check off; mark with a cross; put a cross against; tick off
dóórkruisen cross out
doorkrúísen intersect; scour; traverse; thwart
kruis rood; cross; crotch; croup; crown; crupper; crux; pain; seat; sharp; slack; small of the back
kruising crossing; intersection; junction; cross‐breeding; crossbreed; cross; hybridization
kruissnelheid cruising‐speed
opkruisen beat up