Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word heerkracht
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(meester; patroon) | ; | |
🔗 Zeg heer Cizante dat ik belangrijke inlichtingen breng. | ||
(gentleman) | ||
🔗 Laten we dit regelen als heren onder elkander. | ||
🔗 Heer, ik ken u niet. | ||
(koning) | ||
(heerschap; meneer) | ; gent ; | |
🔗 Heren, het eten is opgediend. | ||
(troepenmacht; leger) | ; | |
🔗 Het is niet bezet door een heer van krijgslieden, doch slechts door één man, voor zover wij kunnen nagaan. | ||
🔗 Bereken de kracht die op het lichaam wordt uitgeoefend. | ||
(sterkte) | ; vigour | |
(macht; vermogen) | ||
🔗 Men zal mijn kracht leren kennen! | ||
🔗 Ik heb je zo vernederd dat je niet eens meer de kracht hebt om er een einde aan te maken. | ||
(sterkte) | ; | |
🔗 De aardbeving op 11 maart had een kracht van 9,0 op de schaal van Richter. |
Dutch | English |
---|---|
heerkracht | ⇆ force majeure |
heer | ⇆ army; ⇆ gent; ⇆ gentleman; ⇆ king; ⇆ laird; ⇆ liege; ⇆ lord; ⇆ master; ⇆ sovereign; ⇆ Mr.; ⇆ host |
kracht | ⇆ efficaciousness; ⇆ efficacy; ⇆ energy; ⇆ expressiveness; ⇆ force; ⇆ fortitude; ⇆ goodness; ⇆ intensity; ⇆ might; ⇆ muscle; ⇆ pith; ⇆ potency; ⇆ power; ⇆ puissance; ⇆ strength; ⇆ vigour; ⇆ zing; ⇆ spirit; ⇆ steel; ⇆ stress; ⇆ thews; ⇆ employee; ⇆ worker; ⇆ vim; ⇆ wallop |