Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word gevat

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
to the point
rapidresponda
(geestig; snedig)
to the point
spritresponda
(beetpakken; grijpen)
grasp
;
🔗 Zo sprekende schoof hij zijn schatten opzij, vatte de bezoeker bij de kraag en duwde hem met grote kracht naar de uitgang.
;
(beetkrijgen; opvangen; pakken; vangen; vastpakken); ; ;
grasp
🔗 Hij moet worden gevat, want hij is een gevaarlijk element.
(begrijpen; snappen; verstaan); ;
🔗 Je vat het nu wel.
(aanvatten; nemen; pakken);

DutchEnglish
gevat clever; quick‐witted; ready; ready‐witted; smart; witty
gevatheid readiness of wit; ready wit; repartee; quick‐wittedness; quickness at repartee; smartness
vatten apprehend; apprehension; catch; get; grasp; seize; set; take; understand; see; mount