Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word gebrek

Dutch	English (translated indirectly)	Esperanto
gebrek (defect)	defect ; flaw	difekto
gebrek	infirmity	kriplaĵo
gebrek	shortage ; dearth	malabundo
gebrek (ondeugd)	vice	malvirto
🔗 Maar wat hun gebreken ook waren, lafheid hoorde er niet bij.
gebrek (armoede)	poverty ; impoverishment ; need	malriĉeco
gebrek (fout; zwakte)	defect ; flaw	neperfektaĵo
🔗 Dat is het enige gebrek van mijn systeem.
gebrek (tekort; gemis)	shortage ; want	manko
🔗 Het staat vast dat er eens gebrek aan steenkool zal komen.
gebrek	malnutrition	karenco
bij gebrek aan	in the absence of	manke de
bij gebreke aan (bij gebrek aan; bij mangel aan)	in the absence of	manke de
gebrekkig (invalide)	disabled	invalida
gebrekkig	infirm	kripla
gebrekkig (onvolkomen)	defective	neperfekta
🔗 „Natuurlijk”, zei de vrouw in gebrekkig Nederlands.
voedselgebrek	food shortage	nutraĵmanko
🔗 Een belangrijke oorzaak van de achteruitgang van bijen en andere insecten is voedselgebrek.

Dutch	English
gebrek	⇆ absence; ⇆ dearth; ⇆ defect; ⇆ defectiveness; ⇆ deficiency; ⇆ demerit; ⇆ destitution; ⇆ drawback; ⇆ failing; ⇆ failure; ⇆ famine; ⇆ fault; ⇆ flaw; ⇆ indigence; ⇆ indigency; ⇆ infirmity; ⇆ insufficiency; ⇆ lack; ⇆ paucity; ⇆ privation; ⇆ scarcity; ⇆ shortage; ⇆ shortcoming; ⇆ starvation; ⇆ vice; ⇆ want
aan niets gebrek hebben	⇆ want for nothing
bij gebrek aan	⇆ for want of; ⇆ in default of; ⇆ for lack of; ⇆ in the absence of
bij gebrek aan iets beters	⇆ for lack of something better
bij gebrek daaraan	⇆ failing that; ⇆ in the absence of such
er is gebrek aan	⇆ there is a famine in
gebrek aan	⇆ shortage of; ⇆ dearth of; ⇆ lack of; ⇆ paucity of; ⇆ poverty of; ⇆ scarcity of
gebrek hebben	⇆ suffer want; ⇆ be in want
gebrek hebben aan	⇆ be in want of; ⇆ lack; ⇆ be short of; ⇆ come short of; ⇆ fall short of
gebrek lijden	⇆ starve; ⇆ be in want; ⇆ want
uit gebrek aan	⇆ for want of
gebrekkig	⇆ defective; ⇆ deficient; ⇆ faulty; ⇆ flawy; ⇆ invalid; ⇆ lame; ⇆ infirm; ⇆ badly; ⇆ imperfectly; ⇆ poorly
geldgebrek	⇆ impecuniosity; ⇆ shortness of money; ⇆ want of money
hartgebrek	⇆ cardiac defect
lichaamsgebrek	⇆ bodily defect
plaatsgebrek	⇆ want of space; ⇆ lack of space
ruimtegebrek	⇆ lack of room; ⇆ lack of space
spraakgebrek	⇆ speech impediment; ⇆ speech defect
tijdgebrek	⇆ lack of time
vitaminegebrek	⇆ vitamin deficiency
voedselgebrek	⇆ food shortage