English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word thicken

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
thicken
;
plidikigi
(concentrated; dense; condensed); ;
(corpulent; stout);
(indistinct; dim; turbid; shadowy);

EnglishDutch
thicken aandikken; aanvullen; binden; dikker worden; dik maken; dik worden; indikken; opvullen; verdikken; zich ophopen; zich samenpakken
the plot thickens het begint te spannen
thicken one’s blows zijn slagen sneller doen neerkomen
thick dicht; dicht bezet; dicht op elkaar staand; dichtste gedeelte; dik; dikke gedeelte; dikste gedeelte; dikte; dom; gebonden; hardleers; hees; lijvig; mistig; nevelig; onduidelijk; opgezwollen; troebel; verstikt; vol
thickening verdikking