Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word brandoefening

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(branden)
combustion
(fik);
🔗 De oorzaak van de brand is onbekend.
🔗 Bij de brand kwam veel rook vrij.
(roest)
smut
(exercitie)
(exercitie);
practice
🔗 Welke oefeningen moet ik doen?

DutchEnglish
brandoefening fire‐drill
brand smut; blaze; blight; brand; burning; canker; conflagration; fire; eruption
oefening drill; exercise; exercitation; practice; rehearsel; training