English | Dutch |
---|
drill | ⇆ africhten; ⇆ boor; ⇆ boormachine; ⇆ boren; ⇆ ding; ⇆ doorbóren; ⇆ dressuur; ⇆ dril; ⇆ drilboor; ⇆ drillen; ⇆ excercitie; ⇆ exerceren; ⇆ exercitie; ⇆ in rijen zaaien; ⇆ manier; ⇆ oefening; ⇆ rijenzaaimachine; ⇆ uitboren; ⇆ zaaivoor; ⇆ zaakje |
at drill | ⇆ aan het exerceren |
drill for | ⇆ boren naar |
drill head | ⇆ boorkop |
drill something into somebody | ⇆ iets er bij iemand inhameren; ⇆ iets er bij iemand instampen |
hammer drill | ⇆ klopboor |
know the drill | ⇆ weten hoe het gaat; ⇆ weten hoe het hoort; ⇆ weten waar het om gaat |
penalty drill | ⇆ strafoefening |
air‐drill | ⇆ klopboor |
diamond‐drill | ⇆ diamantboor |
drill‐borer | ⇆ drilboor |
drill‐core | ⇆ boormonster |
drill‐ground | ⇆ excercitieterrein |
drill‐sergeant | ⇆ drilsergeant; ⇆ instructeur; ⇆ sergeant‐instructeur |
fire‐drill | ⇆ brandoefening |
hand‐drill | ⇆ handboor |
rock‐drill | ⇆ steenboor |