Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word branden
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(brand) | combustion | |
; be on fire | ||
🔗 De brandende olie zou door het water worden meegevoerd en het hele dal verlichten. | ||
(schroeien) | ||
🔗 Hij was hier nog niet ver in gevorderd toen de kaars zo ver opraakte dat hij zijn vingers brandde. | ||
(destilleren; distilleren; overhalen; stoken) | distil | |
(braden; roosteren) | ||
stick to the pan | brulgluiĝi | |
🔗 Ze laten voortdurend de melk aanbranden. | ||
be burnt down ; | ||
🔗 Dezelfde nacht nog brandde de hoeve van de buurman tot de grond toe af. | ||
🔗 Ze verjoegen Evert en brandden zijn huis tot de grond toe af. | ||
(fik) | ; | |
🔗 De oorzaak van de brand is onbekend. | ||
🔗 Bij de brand kwam veel rook vrij. | ||
distiller | ||
(stoker) | distiller | |
gas‐burner | ||
🔗 Ze kregen voorlopig een plaatsje in de derde telefooncel waar ook de zak met de brander en slangen kwam te liggen. | ||
(brandy; sterke drank) | ||
🔗 Hij rook naar brandewijn. | ||
pyre ; stake | ||
🔗 Ware Amalric mij niet te hulp gekomen, dan was ik gewis op de brandstapel geëindigd. | ||
(stookolie) | fuel oil | |
discharge ; ; fire off | ||
(aangaan; in brand vliegen; vuur vatten) | take fire ; ignite | |
cauterize | ||
tan | ||
(verassen) | incinerate | |
incinerate ; | ||
🔗 Nu ga jij hem zeker verbranden? | ||
be burnt down ; |
Dutch | English |
---|---|
branden | ⇆ be on fire; ⇆ brand; ⇆ broil; ⇆ burn; ⇆ burning; ⇆ cauterize; ⇆ distil; ⇆ glow; ⇆ roast; ⇆ scald; ⇆ stain; ⇆ sting |
branden als een lier | ⇆ burn fiercely |
branden van liefde | ⇆ burn with love |
branden van verlangen om | ⇆ be dying to; ⇆ be burning to; ⇆ wild for |
het brandt hem op de tong | ⇆ he is burning to tell the secret |
zijn vingers branden | ⇆ burn one’s fingers; ⇆ get one’s fingers burnt; ⇆ singe one’s wings |
aanbranden | ⇆ burn |
afbranden | ⇆ burn down; ⇆ maul; ⇆ burn off; ⇆ be burnt down |
brand | ⇆ smut; ⇆ blaze; ⇆ blight; ⇆ brand; ⇆ burning; ⇆ canker; ⇆ conflagration; ⇆ fire; ⇆ eruption |
brander | ⇆ burner; ⇆ fire‐ship; ⇆ distiller |
brandewijn | ⇆ aqua vitae; ⇆ brandy; ⇆ spirits |
brandstapel | ⇆ balefire; ⇆ funeral pile; ⇆ pyre; ⇆ stake; ⇆ pile |
doorbranden | ⇆ blow; ⇆ burn on; ⇆ burn away; ⇆ burn through |
huisbrandolie | ⇆ domestic fuel oil |
inbranden | ⇆ burn in; ⇆ burn into; ⇆ burn |
losbranden | ⇆ blaze away; ⇆ fire away; ⇆ burst into |
ontbranden | ⇆ ignite; ⇆ take fire; ⇆ break out |
opbranden | ⇆ burn; ⇆ burn out; ⇆ consume; ⇆ be burnt |
platbranden | ⇆ burn down |
uitbranden | ⇆ burn; ⇆ burn out; ⇆ cauterization; ⇆ cauterize; ⇆ gut; ⇆ sear; ⇆ be burnt out |
verbranden | ⇆ burn; ⇆ calcine; ⇆ cremate; ⇆ incinerate; ⇆ burn to death; ⇆ get sunburnt |