English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word profession

English	Dutch (translated indirectly)	Esperanto
profession (occupation; vocation)	beroep	profesio
profess (declare; state; pronounce; adjudge)	verklaren	deklari
profess	pretenderen	pretendi
🔗 He will be seen as a fool whose hubris and brutality drove him into making the same mistakes as the dictator he professed to despise.
professional	beroeps‐	profesia
🔗 But let me remind you captain Mainwaring, my men are professional soldiers.
professional	ambachtelijk	metiista

English	Dutch
profession	⇆ belijdenis; ⇆ beroep; ⇆ betuiging; ⇆ kloostergelofte; ⇆ métier; ⇆ professie; ⇆ stand; ⇆ stiel; ⇆ vak; ⇆ verklaring; ⇆ vrij beroep
by profession	⇆ beroeps‐; ⇆ van beroep; ⇆ van zijn vak
profession of faith	⇆ geloofsbelijdenis
profession of friendship	⇆ vriendschapsbetuiging
profession of love	⇆ liefdesbetuiging
profess	⇆ belijden; ⇆ beoefenen; ⇆ betuigen; ⇆ beweren; ⇆ doceren; ⇆ professen; ⇆ uitoefenen; ⇆ verklaren; ⇆ voorgeven
professional	⇆ ambachtelijk; ⇆ ambts‐; ⇆ beroeps; ⇆ beroepsspeler; ⇆ beroeps‐; ⇆ prof; ⇆ professional; ⇆ professioneel; ⇆ stielman; ⇆ vakkundig; ⇆ vakman; ⇆ vakvrouw; ⇆ vak‐; ⇆ van beroep