Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word bestendig

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(constant)
constant
; ;
lasting
;
neŝanĝiĝema
(aanhoudend; constant)
constant
;
permanent
;
(continueren; voortduren)
astatic
(onstandvastig)
inconstant
nekonstanta
(veranderlijk; vlinderachtig; wispelturig)
changeable
;
stressbestendig
immune to stress
(waterdicht)
waterproof
🔗 Sabriël wist niet eens of hij wel waterbestendig was.

DutchEnglish
bestendig constant; constantly; continual; continually; lasting; permanent; settled; steady
bestendig weer settled weather; set fair
bestendigen continue; perpetuate; confirm
hittebestendig heatproof; heat‐resistant
onbestendig fitful; inconstant; unsettled; unstable; variable; volatile; uncertain; fickle
stressbestendig immune to stress
vuurbestendig fireproof; heat‐resistant
waterbestendig waterproof; water‐resistant