English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word permanent

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
permanent
(abiding; constant; continual; continuous; enduring; lasting; standing; steadfast)
; ;
permanent
(constant; standing; steadfast; steady)
(constant; eternal; everlasting; invariable; inveterate; perpetual); ;
permanence
permanently
(always; aye; ever; for ever; invariably; perpetually)
; ;
permanently
(constantly; continually; continuously; enduringly; lastingly; all along)

EnglishDutch
permanentbestendig; blijvend; definitief; permanent; vast
permanent storagepermanent geheugen
permanent waybaanbed; spoorbaan
impermanenttijdelijk; vergankelijk
permanencebestendigheid; duur; duurzaamheid
permanencybestendigheid; duur; duurzaamheid; vaste betrekking
permanentlyblijvend; definitief; permanent; vast; voorgoed