Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word afzien

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(gereed; klaar)
🔗 Maar het portret is nog niet af.
(van; van … af)
de sur
🔗 Hij vluchtte de berg af.
afzien van
relinquish
; ;
forkonsenti
afzien van
(afstand doen van; laten varen)
malinsisti pri
(afstand doen van; opgeven); ;
forgo
;

DutchEnglish
afzien desist; look down; suffer
afzien van forgo; give up; pull back from; refrain from; renounce; waive; copy from; relinquish; abandon
ervan afzien cry off; scrub round it
heel wat moeten afzien have to go through quite a lot
af down; exeunt; out of play; off; finished; out