Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word afschilderen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(schilderen);
🔗 Wij zijn verplicht voor hen te bidden, vriend, al schilder jij hen nog zo zwart af.
(gereed; klaar)
🔗 Maar het portret is nog niet af.
(van; van … af)
de sur
🔗 Hij vluchtte de berg af.
(kleuren; verven)
🔗 Kent u iemand die graag zijn huis geschilderd zou zien?
(uitschilderen)
🔗 Op een keer had Ted een doodskop op de buitenmuur van zijn huis geschilderd.
(afschilderen);
🔗 Deze Hocus Pas werd mij als ’n goochelaar geschilderd.

DutchEnglish
afschilderen depict; paint; picture; portray
af down; exeunt; out of play; off; finished; out
schilderen blazon; capture; delineate; depict; limn; paint; picture; stain; portray; do sentry‐go; stand sentry